"Ik ben bij de familie Rensen opgegroeid"
Roy steekt zijn duimen op: ook al hangen alle draden eruit, het komt helemaal goed.
Roy loopt al een aardig tijdje rond bij Rensen. Na wat omzwervingen werd hij in 1996 gebeld door iemand van het toenmalige Arbeidsbureau die meende een geschikte werkgever voor hem te hebben. “Wel je petje afdoen als je op gesprek gaat, zeiden ze tegen me”, lacht Roy. Het bleek een perfecte match. “Ik kwam bij John en Tiny en die hebben mij onder hun vleugels genomen.” Hij glimlacht bij de herinnering. “Ik ben echt bij de familie Rensen opgegroeid!”
Met een elektroachtergrond begon Roy in de werkplaats. Hij groeide door naar buitendienstmonteur en werkte op de software-afdeling. Na tien jaar waagde hij de stap om voor zichzelf te beginnen in regeltechnische bekabeling. Maar na veertien jaar, waarin hij heel veel had geleerd, begon het opnieuw te knagen. Roy trok de stoute schoenen aan en wandelde ruim vier jaar geleden binnen bij toenmalig algemeen directeur Twan Rensen, met de vraag of ze nog een baan voor hem hadden. Dat was overigens op verzoek, vertelt Roy. “Twan heeft altijd geroepen als je weer een baan zoekt, kom dan eerst bij mij. Ik heb ook geen moment gedacht om ergens anders te gaan werken.” En zo stapte Roy weer over naar Rensen.
Kortlopende projecten
“Omdat ik ook de andere kant van het regeltechnische vak goed ken, hadden ze voor mij een nieuwe functie gecreëerd waarbij ik kon ombouwen, bekabelen en software laden. Maar al na een jaar was het zo druk dat ik het niet alleen afkon. Ik zag dat collega Sven met zijn ziel onder zijn arm liep en zei tegen hem dat ik misschien wel een leukere functie binnen Rensen voor hem wist.” En sindsdien runnen ze met z’n tweeën kortlopende projecten. Binnenkort komt er zelfs nog een nieuwe collega bij. “We kunnen het werk precies doen zoals we willen. Het is net als toen ik voor mezelf werkte, maar dan nu binnen Rensen”, zegt Roy tevreden.
Hij mist zijn zaak dan ook helemaal niet. “Toen ik voor mezelf werkte, deed ik hetzelfde maar had ik er nog van alles bij, zoals boekhouding, klusjes, facturen. Nu heb ik alleen maar de voordelen”, lacht hij. En dat past wel bij Roy want hij is een echte doener. “Het werk in het veld vind ik nog veel te leuk. Ik kan mijn gedachten op nul zetten en lekker bezig zijn. Op kantoor is het drukker met mensen die van alles willen weten, maar de combinatie van buiten en kantoor vind ik superfijn.”
Al 30 jaar in het vak
Roy heeft het ook nodig om naar buiten te gaan. “Ik kan niet stilzitten. Ook thuis niet. Ik houd het nog geen twee seconden op de bank uit. Soms moet ik ook wel afgeremd worden”, geeft hij toe. “Mijn hoofd staat altijd aan, maar het kan niet altijd in mijn tempo. Als ik bijvoorbeeld ergens kom, dan ben ik geregeld al een tijdje bezig, voor ik bedenk om de papieren erbij te pakken.” Roy haalt zijn schouders op. “Maar ik zit dan ook al dertig jaar in het vak.” Hij staat op en heeft duidelijk zin om zijn handen weer uit de mouwen te steken. “Ook ik ben een echte Rensenman”, besluit hij trots.